Visualization

Het gebouwtje uit 1958, met een grondoppervlakte van 165 m², staat op een betonnen staketsel palend aan de Visserskaai. Het is opgenomen in de inventaris Onroerend Erfgoed met een lage locuswaarde.
Van bij de bouw deed het dienst als garnaalmarkt, in de volksmond ‘Gernaeskot’. Garnaalvissers meerden er aan om hun vangst te lossen en te verkopen.
Toen de garnaalmarkt buiten gebruik raakte, kwam het gebouw leeg te staan. In januari 1977 werd het heropend als Noordzeeaquarium, waarvan de werking inmiddels enkele jaren geleden werd stopgezet.
In april 2023 kende de Stad Oostende een nieuwe concessie toe voor de herbestemming tot een horecazaak met een capaciteit van 99 personen. De concessiehouder beoogt Oostende culinair sterker op de kaart te plaatsen, met kleine, authentieke gerechten geïnspireerd op de zee.
Doel is het gebouwtje uiterlijk zo authentiek mogelijk te behouden en de relatie met de zee te herstellen door:
• het verwijderen van het in 1999 aangebouwde verhoogde kadegedeelte, zodat de oorspronkelijke centraal gelegen inkom opnieuw als inkom kan fungeren en voetgangers opnieuw rondom het gebouw kunnen circuleren;
• het verwijderen van het later aangebouwde veranda gedeelte, zodat de oorspronkelijke luifelstructuur opnieuw rondom doorloopt;
• het herstellen van deur- en raamopeningen naar hun oorspronkelijke proporties;
• het nieuwe schrijnwerk op de verdieping met dubbele beglazing achter de bestaande betonnen lamellen te plaatsen, om o.a. de lamellen nog meer op de voorgrond te plaatsen .
• de bestaande volle muur van 25 cm langs de binnenzijde thermisch te isoleren, om het authentieke gevelbeeld te bewaren.
Het gebouwtje, horizontaal geleed maakte deel uit van een kadebebouwing gedomineerd door verticale gelede, massieve kaaiwoningen. Deze zijn intussen grotendeels vervangen door 6- à 7-laagse horizontaal gelede beglaasde appartementen, waardoor het gebouw zowel schaal als aanwezigheid verloor.
Daar het gebouw op een betonnen staketsel staat en geen kelder- of zolderruimte heeft, worden de noodzakelijke technieken voor een energieneutraal gebruik op het dak voorzien.
Om het volume opnieuw kracht en evenwicht te geven in zijn omgeving, wordt de opbouw architecturaal geïntegreerd in plaats van als afzonderlijk technisch volume vorm te geven. De dakrand wordt verhoogd en verzwaard zodat het geheel weer leest als één coherent oorspronkelijk ogend ontwerp.
• Boven het beglaasde volume komt een minimale verhoging, zodat isolatie en zuidgericht geplaatste zonnepanelen onzichtbaar vanop straat kunnen worden geïntegreerd.
• Boven het massieve gedeelte wordt een grotere verhoging voorzien, zodat warmtepompen, ventilatie-units en de dampkapmotor onttrokken blijven aan het zicht.
De nieuwe robuuste massieve beton deksteen wordt mee wit geschilderd, als verwijzing naar het oorspronkelijke silhouet van het gebouw.
Binnenin wordt het oorspronkelijke ruimtelijke gevoel van de garnaalmijn maximaal behouden.
De bestaande vide over bijna het volledige gelijkvloers wordt om functionele redenen met ca. 3 meter ingekort, teneinde boven extra zitplaatsen en onderliggende dienstruimtes te creëren. De twee bestaande trappen blijven behouden.
De ramen op het gelijkvloers worden verticaal schuivend, zodat binnen en buiten visueel en ruimtelijk in elkaar overvloeien.
Drie kleine ramen in de noordoostgevel op het gelijkvloers worden vervangen door één groter raamvlak, om meer contact met het water te creëren en een verkooppunt naar passanten mogelijk te maken. Het raam wordt, zoals de overige raamopeningen op het gelijkvloers, voorzien van een luifel identiek in vormgeving als de bestaande luifels.
Op de verdieping worden in de noordgevel de vaste raampjes vervangen door een onzichtbaar geïntegreerd schuifraam i.f.v maximaal contact met water en lucht.
Het horecaconcept wordt vormgegeven als een ingeschoven functionele kern die los staat binnen de schaal van de bestaande ruimte.
De massief vanzelfsprekende kern omvat keuken, zitplaatsen voor eet en drank gelegenheid, verkooppunt passanten en wordt verticaal ontsloten door een in transparant strekmetaal ommantelde lift, afgewerkt in industrieel oranje, een kleur die verwijst naar maritieme elementen zoals kranen, touwen en boeien.
Een doorlopende robuuste lichtarmatuur versterkt dit meubelstuk en brengt intimiteit, terwijl de rest van de ruimte zoveel mogelijk authentiek en onaangeroerd blijft.
De bestaande rode betontegels, rechtstreeks geplaatst op het betonnen staketsel, worden vervangen door een rode uitgewassen kiezelbetonvloer op isolatielaag, met een structuur aansluitend op de geërodeerde beton van het onderliggende staketsel.
Buiten, beschut onder de luifels, worden rondom zitbanken voorzien, banken die er altijd hebben gestaan, veelvuldig werden gebruikt, en hopelijk in de toekomst nog veel zullen worden gebruikt.
Voor mij, als Oostendenaar, heeft dit project een bijzondere betekenis: het biedt de kans om iets van het maritieme, levende Oostende van mijn jeugd terug tot leven te brengen, waarvan vandaag slechts sporen resteren.
Zoals ik in 2005 zei in een interview met Dave Mestdach in Trends:
“Waarom de zeedijk bvb vol zetten met dominante blauwe verlichting waardoor het licht dat gereflecteerd wordt op de gele dijk, de reflectie van de maan volledig tenietdoet? Spilliaert schilderde alleen de vloeiende dijklijn, het witte lichtgevende schuim op de golven, een vuurtoren. Voor ons zou het een droomproject zijn om te mogen werken in sites aan de kust met een levende ziel, plaatsen waar er vroeger zee gebonden activiteiten hebben plaatsgevonden die nu door economische en toeristische evolutie achtergebleven en verkommerd zijn.”
Dit project is een stap in dat streven naar authenticiteit en herwaardering.

Peter De Bruycker

Visualization
Visualization
Visualization
under construction
Previous state

Garnaalmijn

 プロジェクト一覧に戻る
場所
Oostende
2024

De Bruycker – De Brock によるその他のプロジェクト 

Boxy 2
Knokke
House Maeyaert
Affligem
Woning Retranchement
Nederland
Foucart
Oostduinkerke
Tyne Cot Cemetry - Passendale
Belgium